Buiten werken bij lage(re) temperaturen is niet alleen onplezierig, het levert ook problemen op. Medewerkers zijn minder alert, voeten en handen doen pijn door de kou, de concentratie neemt af en prestaties worden minder nauwkeurig. Bij een temperatuur van 15 graden is een werkgever al verplicht om extra beschermingsmiddelen te bieden.

Het Arbobesluit (artikel 6.1) bepaalt dat de temperatuur op de werkplek niet nadelig mag zijn voor de gezondheid van de werknemer. Hoewel er geen specifieke temperaturen worden genoemd, is wel bepaald dat werkgevers er alles aan moeten doen om gezondheidsklachten te voorkomen. Met een drielagensysteem zijn medewerkers optimaal voorbereid op het weer. Een vochtregulerende basislaag zorgt ervoor dat een medewerker droog blijft en geeft de eerste warmte. De basislaag wordt gevolgd door een isolerende tussenlaag die warmte opslaat en transpiratie afvoert. De derde laag, de weersbestendige buitenlaag, heeft een ventilerende werking en dient daarom ademend te zijn.